
Abbeyfield ’t Getouw opgenomen in het Architectuurboek Vlaanderen N°16
06/03/2025
We zijn trots om aan te kondigen dat ons cohousingproject Abbeyfield 't Getouw is opgenomen in het Architectuurboek Vlaanderen N°16: Antwoorden in verantwoordelijkheid. Deze prestigieuze publicatie van het Vlaams Architectuurinstituut brengt een selectie van toonaangevende architectuurprojecten samen die een antwoord bieden op actuele maatschappelijke en ecologische uitdagingen.
In Abbeyfield 't Getouw staat collectief en duurzaam wonen centraal. Ons project is een eigentijdse invulling van cohousing voor 55-plussers, waar gemeenschapszin en zelfstandigheid hand in hand gaan. Door slim ruimtegebruik, gedeelde voorzieningen en een doordachte architectuur streven we naar een woonomgeving die niet alleen ecologisch verantwoord is, maar ook sociale verbinding stimuleert.
De opname in het Architectuurboek Vlaanderen bevestigt de relevantie en innovatiekracht van dit project. Het illustreert hoe nieuwe woonvormen een antwoord kunnen bieden op de veranderende noden van onze samenleving.
Woningbouw, de tabel voorbij
(door Sofie De CAigny en Petrus Kemme)
Dorpelijk wonen
Op het platteland is de verhouding tussen de individualistische wooncultuur en het weefsel vaak nog fragieler. De kritische massa van het ‘niet-wonen’ is klein, terwijl huizen zonder al te veel weerstand ruimte blijven inpalmen. Dat is wat historisch geleid heeft tot excessieve lintbebouwing en verkavelingen, en wat zich vandaag-in langzaam dagend besef dat ruimte niet eindeloos is- vooral uitdrukt in de ‘appartementisering’ van dorpen. Individuele woondromen stapelen zich op in generieke appartementsblokken; meestal zonder enige
meerwaarde voor het publieke domein, noch voor het collectieve belang van de dorpsgemeenschap. Vanuit een eenzijdige lezing van verdichting verkopen ze de zorgvuldige gecultiveerde woondroom van het goed geïsoleerde kerngezin in een nieuwe verpakking- en in zo groot mogelijke volumes. Die kwantitatieve benadering leidt tot een ruimtelijke verschraling, die de bestaande druk op collectieve en publieke voorzieningen in de dorpskernen alleen maar vergroot.
Er zijn hoopvolle voorbeelden waar woonprojecten zinvollere injecties geven aan dorpskernen. In het Kempense Malle nam AIDarchitecten het heft volledig zelf in handen. Ze kochten schuin tegenover hun bureau, een perceel waar ze specifiek voor senioren een cohousing bouwden – geïnspireerd door de uit Engeland afkomstige vzw Abbeyfield. De eigen opdracht liet de weg vrij voor eigenzinnige architecturale keuzes; de trap en de plafonds in zorgvuldig gestort zichtbeton, dikke muren om de woning te isoleren vanuit de massa, de voorgevel een meter laten terugspringen voor een beetje groen op straat. De gemiddelde projectontwikkelaar zou het allemaal verloren ruimte, de moeite en geld vinden. Tegelijkertijd is het project conventioneel genoeg om uiterst functioneel te blijven, op de snijlijn tussen individueel comfort, collectieve voorzieningen en dorpse rust. Het ‘poortgebouw’ ( de auto kan er effectief onderdoor ) omvat twee keer vier appartementen, waarvan een gelijkvloerse unit ingericht werd als collectief gedeelde leefruimte met logeerkamer en waslokaal. Naast de gedeelde tuin vormt het deelappartement vooral een aanvulling op de individuele woningen, die op zich comfortabel zijn voor een alleenstaande of een koppel. Het pand injecteert zo voorzichtig collectief wonen, op maat van het dorp maar gevoed door een uitgesproken architecturale visie en internationale referenties.